Opvolging ziekteactiviteit van reumatoïde artritis via telegeneeskunde?

Bij patiënten met reumatoïde artritis en een lage ziekteactiviteit of remissie zou telegebaseerde follow-up van de ziekteactiviteit een vergelijkbare ziektecontrole bieden als de klassieke ambulante follow-up van patiënten. Dat suggereert onderzoek door Annette de Thurah en collega’s in Arthritis Care & Research.

Volgens de actuele European League Against Rheumatism (EULAR) treat-to-target-strategie voor reumatoïde artritis is strikt en frequent opvolgen van de ziekteactiviteit aangewezen voor patiënten met een matige tot hoge ziekteactiviteit en kan dat een beetje minder frequent gebeuren bij patiënten met een lage ziekteactiviteit of remissie. Rekening houdend met de toegenomen prevalentie van reumatoïde artritis en het feit dat er geen overvloed aan reumatologen is, rijzen er vragen naar de mogelijkheden van alternatieven voor de klassieke follow-up door reumatologen. In dat opzicht is er ook aandacht voor de haalbaarheid en doeltreffendheid van telefollow-up. Hierbij wordt gebruik gemaakt van communicatie- en informaticatechnologie in de klinische zorgverlening waarbij patiënten niet tot bij de zorgverlener hoeven te komen.

 Annette de Thurah en collega’s voerden een gerandomiseerde, gecontroleerde studie uit waarin ze de effecten van op patient reported outcome (PRO) gebaseerde telefollow-up evalueerden. Bovendien wilden ze het verschil nagaan tussen telefollow-up door reumatologen versus reumaverpleegkundigen.

 Voor deze studie werden 294 patiënten gerandomiseerd (1:1:1) voor PRO-gebaseerde telefollow-up uitgevoerd door een reumaverpleegkundige (PRO-TN) of door een reumatoloog (PRO-TR), of conventionele follow-up door de reumatoloog. Concreet berustte de telefollow-up op een telefonische consultatie iedere 3-4 maanden. Voorafgaand aan deze raadpleging vulden patiënten een vragenlijst in die hielp beslissen of een patiënt al dan niet behoefte had aan een effectieve raadpleging. Het primaire eindpunt was de verandering in DAS 28-score na week 52. Secundaire eindpunten waren onder meer de fysieke functionaliteit en de levenskwaliteit.

 Over het algemeen hadden de patiënten een lage ziekteactiviteit bij de start en na afronden follow-up. In de ITT-analyse bedroegen verschillen in DAS 28-score tussen PRO-TR en controlegroep 0,10. Voor PRO-TN versus de controlegroep bedroeg dit verschil 0,19. Als je één jaarlijkse consultatie van de reumatoloog in rekening brengt, tekenden patiënten in de PRO-TN-groep gemiddeld 1,72 ± 1,03 raadplegingen/jaar. Voor de PRO-TR-groep waren dat er 1,75 ± 1,03. In de controlegroep 4,5 ± 1,0. Hierin waren ook de extra raadplegingen begrepen vanwege een inflammatoire relaps.

 De onderzoekers besluiten dat bij patiënten met reumatoïde artritis en een lage ziekteactiviteit of remissie een PRO-gebaseerde telefollow-up van de ziekteactiviteit een vergelijkbare ziektecontrole geeft als klassieke follow-up. Bovendien was er geen verschil in ziekteactiviteit tussen patiënten die hierbij werden begeleid door een reumatoloog of een reumaverpleegkundige. Deze telefollow-up kan tijdbesparend zijn voor de patiënt, en kostenbesparend voor de samenleving en kan in de toekomst dus een haalbare kaart zijn in reumatologiepraktijk.

  • Thurah A, Stengaard-Pedersen K, Axelsen M, et al. Tele-health follow-up strategy for tight control of disease activity in rheumatoid arthritis: results of a randomized controlled trial. Arthritis Care Res 2018;70:353-60.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.